De gegeneraliseerde angststoornis (GAS) wordt gekenmerkt door angst en bezorgdheid. Mensen met GAS piekeren en tobben veel en hebben vaak last van rusteloosheid, geïrriteerdheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, slaapklachten en allerlei spannings gerelateerde lichamelijke klachten.
Het angstige en het gepieker moet wel onderscheiden worden van de ‘normale’ bezorgdheid, wat het onderscheid soms wat lastig kan maken. Bij de GAS gaat het wel om klachten die het normale leven behoorlijk ontwrichten.
GAS is de meest voorkomende angststoornis in de eerste lijn, met een prevalentie van 2,5 tot 8%. Bijna de helft van de mensen met een GAS worden niet als zodanig gediagnosticeerd en krijgen dus geen of onvoldoende of inadequate behandeling. Dat kan mede komen doordat de GAS vaak voorkomt samen met een andere aandoening als depressieve, fobische of lichamelijke klachten. Vaak komt de GAS ook voor bij mensen met wat dwangmatige persoonlijkheidstrekken.
De GAS is eigenlijk een vreemde eend in de bijt van de angststoornissen, omdat het lastig is om een duidelijke bron van angst aan te geven, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij de paniekstoornis en de fobie. Dat maakt het wat lastiger om van de GAS een duidelijk model te maken.
Model
Het ontstaan van een GAS kan voor een deel liggen in de fysiologische make-up van een persoon. Sommige mensen hebben nu eenmaal een stress response systeem dat sneller reageert dan gemiddeld. Ook kan de iemands leergeschiedenis een bijdrage leveren aan het ontstaan van een GAS. Een voorgeschiedenis met veel angst en stress zal het ontstaan van een GAS of een andere angststoornis bespoedigen.
De vraag is wat een GAS nu in stand houdt. Kijkend naar het algemene model van angst zou verwacht mogen worden dat vermijding hier een belangrijke rol in zou spelen. Zo is voorgesteld dat het piekeren op zich als vermijding van het ervaren van angst zou kunnen fungeren.
Duidelijk is wel dat ook bij het ontbreken van een duidelijk algemeen model, het werken aan een GAS altijd begint met het maken van een inventarisatie van de huidige situatie. Dat kan door middel van het stellen van een paar eenvoudige vragen:
- Wat zijn de onderwerpen waarover je piekert?
- Wat zijn de dingen die je niet meer doet of kunt doen door de GAS
Ga dit bovenstaande als eerste in kaart brengen.
Tips voor behandeling
- Als eerst is het van belang om de algemene vaardigheden die nodig zijn voor het omgaan met angst geoefend gaan worden. Als eerste zijn dit de ontspanningsoefeningen.
- Leer jezelf vervolgend negatieve gedachten uit te dagen met behulp van het ABC van gevoelens en leer jezelf makkelijker te denken.
- Ga angstige gevoelens niet meer uit de weg, maar omarm je angst en je spanning. Alle inspanningen uit het verleden om dit niet te hoeven voelen hebben immers niets opgeleverd. Doe dit door:
- je aandacht te richten op je gevoel van angst, op een afstandelijke, observerende manier, zonder te oordelen. Laat de angst er gewoon zijn en accepteer dat.
- Label het gevoel van angst in gedachten door in jezelf te zeggen: ‘dit is angst’ of ‘dit is spanning’. Deze strategie heeft tot gevolg dat de angst op termijn afneemt.
- Activatie is eveneens een van de basisvaardigheden betreffende het omgaan met angst. Dit kan op 2 manieren:
- De eerste is conditieverbetering. Ga hardlopen of stevig wandelen. Een verbeterde cardiovasculaire conditie maakt je minder gevoelig voor stress en angst.
- Ga aan het werk met de lijst van dingen die je door de angstklachten niet meer doet, te beginnen met de minst angstverwekkende situatie.
Veel succes!