Een tijdje terug meldde zich Else bij me aan. Ze was doodmoe, zou alleen maar willen slapen, maar lag alleen maar te woelen.
Else was 34 en was doorgestuurd door haar werkgever, een groot IT bedrijf waar zij werkte als senior manager. Els was getrouwd, universitair opgeleid, had twee kinderen van 6 en 9 jaar oud en een rijk sociaal leven. De doorverwijzing was in verband met burn-out.
Bij het eerste gesprek kwam naar voren dat de klachten begonnen waren met slaapproblemen. Dat was bij het bedrijf waar zij werkte niet zo raar. De standaard grap was daar, als je om 6 uur naar huis ging, of je een vrije middag had genomen.
De eerste stap was het in kaart brengen van het slaapgedrag en van de balans tussen inspanning en herstel. Daarbij kwam naar voren dat Else op jonge leeftijd geopereerd was aan een ernstig hartprobleem en dat ze er altijd van uit gegaan was dat ze nooit oud zou worden.
Naast het herstructureren van haar slaapgedrag hebben we vooral gekeken naar de balans in haar leven en naar de drive die daar achter zat: niets willen missen, overal altijd volledig voor gaan … voor het te laat was.
Else kreeg al snel meer rust in haar hoofd en haar leven en sliep veel beter. Haar energie was weer terug. Na acht weken ging zij weer aan het werk.
Een maand of twee later sprak ik bij toeval de directeur van het bedrijf die Else naar me had doorverwezen. Hij zei dat het erg goed met haar ging, maar dat er wel een probleem was: ze had bij haar functioneringsgesprek aangegeven dat ze haar vele overuren wilde gaan opnemen om er een tijdje tussenuit te kunnen en om meer tijd voor haar kinderen te hebben.
Veel verwijzingen heb ik daarna niet meer gekregen uit die hoek ….