Hoe ziet mijn slaap er uit?

Het type slaapstoornis is op de pagina over slaapstoornissen uitgelegd. Hieruit wordt duidelijk dat er grofweg drie groepen slaapstoornissen zijn: in- en doorslaapstoornissen, stoornissen die gepaard gaan met sterke slaperigheid overdag en stoornissen die samenhangen met allerlei andere gebeurtenissen die zich gedurende de nacht kunnen afspelen.

De groep slaapklachten waar deze site voor bedoeld is zijn de in- en doorslaapstoornissen. Voor de overige klachten is het van belang om u hierover te laten informeren door uw huisarts.

Het slaapdagboek

Om meer zicht te krijgen hoe het slaappatroon er uit ziet, moet hierover eerst informatie verzameld worden. De eenvoudigste manier om dat te doen is het bijhouden van een slaapdagboek. In zo'n dagboek kunt u elke ochtend in het kort noteren hoe u de afgelopen nacht geslapen heeft. De reden om dit op deze manier bij te houden is dat:

  • Het moeilijk is om over een langere tijd terug te kijken. Zeker bij een klacht die vaak wisselend is van ernst geeft een slaapdagboek een beter overzicht.
  • Als u aan het proberen bent om het een en ander in het slaappatroon te veranderen, is het belangrijk om het 'nieuwe slaappatroon' te vergelijken met het oude. Ook hiervoor is het slaapdagboek een goed hulpmiddel.
  • Het slaapdagboek kan informatie opleveren die nuttig is in het beslissen wat er nu precies anders zou moeten en ook kunnen.

Een slaapdagboek kan er als volgt uitzien:

slaapdagboek

Door dit slaapdagboek gedurende minimaal een week bij te houden, kunt u informatie verzamelen op basis waarvan u uw eigen slaappatroon kunt vergelijken met de informatie die elders op deze site over de verschillende slaapstoornissen gegeven wordt.

Een aantal punten zijn hierbij van belang:

  • Wat is het gevoel van uitgerustheid overdag. Dit is het allerbelangrijkste deel van het slaapdagboek. Als u zich overdag uitgerust voelt, krijgt u waarschijnlijk voldoende slaap. Het probleem kan dan liggen in een verschil tussen uw verwachting van de slaap en wat uw lichaam nodig heeft. Zo denken veel mensen dat ze absoluut 8 uur per nacht moeten slapen, terwijl dat, zeker als u ouder wordt, vaak niet zo is.
  • Wat is de gemiddelde inslaapduur. Hoewel al eerder gezegd is dat er weinig standaard waarden te geven zijn voor slaap- en inslaapduur, wordt er vanuit gegaan dat de gemiddelde inslaapduur onder het half uur moet liggen.
  • Het aantal keren dat de slaap onderbroken wordt, kan ook van belang zijn. Vraag uzelf af wat hier de oorzaak van kan zijn. Heeft u overdag een dutje gedaan of heeft u uitgeslapen? Veel koffie of alcohol gedronken?
  • Is er verschil tussen het weekeinde en de week? Zij de slaapomstandigheden dan anders? Minder stress? Andere bedtijden?

Naast de informatie die het slaapdagboek u geeft, kunt u op deze manier de beginsituatie vergelijken met de situatie die ontstaat als u probeert uw slaapgewoonten te veranderen. Daarom is het noodzakelijk om gedurende de hele periode door te gaan met het slaapdagboek.

U kunt het slaapdagboek hier downloaden.

Artikelen in Hoe slecht slaap ik eigenlijk?